Hen of hun? Wanneer schrijf je hen en wanneer schrijf je hun? De regels over hen en hun.

Een volwassen hen op pagina 'Wanneer hen en wanneer hun?' van Nederlands Taalbureau.

Beide vormen worden vaak zonder onderscheid door elkaar gebruikt. Dat komt vermoedelijk mede doordat er in heel wat gevallen onduidelijkheid bestaat over de functie van het zinsdeel in kwestie. 

 

Het onderscheid tussen ‘hen’ en ‘hun’ is verzonnen door de landmeter Christiaen van Heule in zijn boek ‘De Nederduytsche grammatica ofte spraec-konst’ (1625). Het is, anders gezegd, kunstmatig ingevoerd omdat Van Heule vond dat het Nederlands net zoals het Latijn en Grieks naamvallen moest hebben.

De regel maakt voor het gebruik van hen en hun een kunstmatig onderscheid naargelang van de grammaticale functie. Die regel schrijft het volgende voor:


- Gebruik hen in de functie van lijdend voorwerp of oorzakelijk voorwerp. Voorbeeldzin: Wij hebben hen uitgenodigd voor het diner. Ik ben hen liever kwijt dan rijk.

- Gebruik hun in de functie van meewerkend of belanghebbend voorwerp (zonder voorzetsel) of ondervindend voorwerp. Voorbeeldzinnen: Ik heb het hun gevraagd. Het verbaasde hun niets.

- Gebruik altijd hen na een voorzetsel, ongeacht de functie van het zinsdeel. Voorbeeldzin: We gingen achter hen fietsen.

Vaak worden beide vormen echter zonder onderscheid door elkaar gebruikt. Er is een toenemende tendens bespeurbaar om hen ook te gebruiken in gevallen waar strikt genomen hun gebruikt zou moeten worden. Aangezien hen bovendien doorgaans stilistisch hoger gewaardeerd wordt dan hun, kan men in geval van twijfel over de precieze vorm het best hen gebruiken. Als alternatief voor de lastige keuze kan het gebruik van 'ze' dienen, maar het nadeel daarvan is dat deze vorm soms als te informeel ervaren wordt en daarom door sommigen minder geschikt geacht wordt voor geschreven taal.

Uw teksten in minder formeel taalgebruik laten herschrijven? Nederlands Taalbureau zorgt ervoor.