Getallen in woorden. Getallen aan elkaar schrijven: wat zijn de regels?

Getallen aan elkaar schrijven?

Harde regels voor het wel of niet voluit schrijven van getallen zijn er niet. Vrij gangbaar is de afspraak om getallen tot en met twintig voluit te schrijven en alles wat daarboven komt in cijfers, behalve de tientallen (dertig, veertig, enz.), honderdtallen en duizendtallen (of alleen honderd en duizend). In een tekst echter waarin getallen boven en onder de twintig dicht bij elkaar staan, is het raadzaam alles voluit of alles in cijfers te schrijven. Lezers zijn immers niet op de hoogte van de afspraken die een redactie gemaakt heeft. Neem een zin als: Eerst had ik er achttien en even later 22. De lezer zal hier denken dat er een slordige schrijver aan het werk is geweest. In zo’n geval is het beter om beide getallen in cijfers of in letters te schrijven.

 

Hoe schrijf je getallen in woorden, bijvoorbeeld Covid-19.

Data, maten en ook geldbedragen worden in cijfers geschreven: Je mag daar 80 kilometer per uur rijden. Lida is geboren op 5 oktober 1990. Dat kost 80 euro.
Inconsequente notaties zien we ook nogal eens bij rangtelwoorden die in cijfers worden genoteerd: 1ste /1e. Het eenvoudigst is altijd alleen een ‘e’ (al dan niet in superscript) achter het cijfer te noteren.

Procent of %

In teksten waarin veel getallen staan (bijvoorbeeld in financiële overzichten) kan het best het %-teken gebruikt worden, dat zonder spatie direct achter het getal komt (15%). In teksten waarin betrekkelijk weinig cijfers staan, verdient ‘procent’ de voorkeur, voorafgegaan door een spatie (23 procent).

Het al dan niet voluit schrijven van getallen is ook afhankelijk van de context, de smaak en de stijl. Doorgaans werkt de volgende regel: eenvoudige getallen betreffende de leeftijd, aantallen of de hoeveelste keer zijn voluit geschreven. Voorbeeldzin: Jan werd op zijn negentiende voor de tweede maal opgeroepen. Zijn dienstplicht vervulde hij samen met vierduizend man. 

Getallen die (meestal) met cijfers geschreven worden, zijn:

- Financiële bedragen, zoals prijs, loon

- Jaartallen

- Datum, zoals geboortedatum

- Huisnummer

- Postcode

- Telefoonnummer, pincode, bankrekeningnummer

 

Altijd op de juiste manier getallen in uw tekst verwerkt? Laat Nederlands Taalbureau dit werk voor u doen.